Als je al bijna twee eeuwen lang onderneemt in dezelfde gemeente, dan kun je stellen dat het ondernemen de familie Pasterkamp écht in het bloed zit. Ook Miranda Pasterkamp wist al op jonge leeftijd dat zij later haar ouders wilde opvolgen. In 2001 namen Miranda en haar broer Mark, als zesde generatie, het roer over. In 2018 stappen hun ouders ook officieel uit het bedrijf.
Het bedrijf bestaat al sinds 1840 en is altijd van vader op zoon overgegaan. Toch waren de werkzaamheden door de decennia heen niet altijd hetzelfde. Miranda: ‘Elke eigenaar heeft er wel zijn eigen draai aangegeven. In oorlogstijd was bijvoorbeeld ook elektrawerk een tak van sport, maar ook fietsen maken is een onderdeel van het bedrijf geweest. Loodgieterswerk is echter altijd de basis van de werkzaamheden geweest en dat is tot op heden onveranderd gebleven.’
Samen
Mark en Miranda volgden beiden de MTS: ‘Wij hadden vroeger in de Raadhuisstraat in Oosthuizen een winkel en daar kwam altijd een mevrouw, een vertegenwoordigster van ligbaden. Zij had dan een grote tas met showboeken bij zich. Dat vond ik machtig interessant. Toen dacht ik: ‘dat wil ik ook’. En zo ben ik MTS Installatietechniek in Beverwijk gaan doen. Vier jaar lang was ik het enige meisje. Uiteindelijk vond ik dat verkopen juist helemaal niks. Laat mij maar het technische denkwerk doen: calculeren en offertes maken.’
Na school gingen broer en zus Pasterkamp elders werken, wel alle twee in de installatiebranche: ‘Mijn vader wilde vooral dat we het vak ergens anders zagen en leerden. En het was uiteindelijk ook een bewuste keus van onze ouders om ons gelijktijdig in het bedrijf te laten starten. Zo heeft geen van ons verworven rechten en zijn we echt elkaars gelijken. Onze taken zijn mooi verdeeld. Mark is degene die veel op de werkvloer te vinden is. Hij doet de opnames bij de klant en gaat tijdens projecten langs. Ik regel meer de zaken op kantoor, van telefoon tot de planning en offertes. Al neem ik ook wel werken op, maar dan gaat het vaak om badkamers. Ondanks dat we ieder ons eigen takenpakket hebben, overleggen we wel veel. Over de offerte, maar ook over hoe we dingen aan gaan pakken.’
Ontwikkelingen
De laatste decennia hebben de ontwikkelingen in de branche een enorme vlucht genomen: ‘In de jaren `80 begon dat al toen we overstapten van de VR op de HR ketels. En nu is alles nog meer gericht op duurzaamheid. De techniek moet nog minder stroom en gas verbruiken. In dat opzicht wordt de techniek steeds mooier en beter. Dat we over 4 jaar geen gasketels meer hebben, zoals laatst in de media werd verkondigd, ligt iets genuanceerder. De bedoeling is natuurlijk dat we allemaal van het gas af gaan, maar de tussenoplossing is een hybridesysteem. Een warmtepompsysteem dat bij verwarmt met een gasketeltje. Dan verbruik je dus nog steeds gas, al is dat natuurlijk vele malen minder. Dat proces gaat echt in fases. Een warmtepomp is, met alle respect, nog steeds vrij prijzig. Het kost drie keer zoveel als een ketel en je kunt niet bij iedereen in zijn portemonnee kijken. Het is ook niet dat de brandstof opraakt, maar het zijn wel ontwikkelingen waarin je mee moet gaan. Het gaat ook steeds meer leven bij mensen en de ontwikkelingen gaan ontzettend snel. Kijk alleen maar naar de ruimte die zo’n kast tegenwoordig nog maar inneemt.’
‘Dat we over vier jaar geen gasketels meer hebben,
ligt iets genuanceerder’
Verschuiving
Ook in de dakbedekking is een verschuiving gaande: ‘Er wordt steeds meer gepromoot om te kiezen voor kunststof dakbedekking. Zo raken we af van het branden van dakbedekking. Dat is voor nieuwbouw perfect, maar bij bestaande bouw betekent het dat eerst de gehele oude bedekking eraf moet. Het duurt daarom nog wel even voordat we helemaal overgestapt zijn op die nieuwe materialen. Het zijn wel dingen die het vak leuk maken. Gelukkig blijft ambachtelijk werk, zoals zinkwerk, altijd bestaan. We zorgen er met ons team van 11 man wel voor dat we bijblijven. Dat doen we door scholing in huis of bij de leverancier of fabrikant. Het is vooral belangrijk om het ambachtelijke werk goed te blijven doen. Dat technische en specialistische werk is echt uniek en de vakmensen zijn wel een beetje een uitstervend ras. Daarom zijn we ook aangesloten bij Installatiewerk. Een opleidingsinstituut, gericht op installatiewerk. Jongeren kunnen zich daar aanmelden en worden dan via stage bij ons geplaatst. We hebben daardoor twee jongens die als leerling begonnen zijn en nu in dienst zijn gekomen.’
Kracht
De persoonlijke betrokkenheid maakt dat veel mensen in Zeevang het bedrijf kennen: ‘Ik neem ook zelf de telefoon op van de storingsdienst. We vinden het belangrijk dat mensen persoonlijk worden behandeld en dat ze niet eerst hun postcode en huisnummer hoeven te geven. Daarnaast is kwaliteit en aandacht voor de mens belangrijk. Veel klanten, particulier en zakelijk, zitten in onze directe omgeving op maximaal een uur reisafstand. Het leukste van mijn werk vind ik de diversiteit. Ik ben eigenlijk een soort spin in het web. Ik hoor alles en zie alles. Ik heb contact met klanten, maar ook met personeel. Dat persoonlijke contact is misschien ook wel een deel van onze kracht.’’
