Om als winkel relevant te zijn en te blijven in een veranderende economie moet je onderscheidend zijn. Met thema’s als ambachtelijkheid, duurzaamheid, sociale betrokkenheid en lokale samenwerkingen weet Bakkerij Kees Gutter zich steeds weer op creatieve wijze te onderscheiden.
Zelf noemt het bedrijf zich ‘de bakker van Waterlands’. Greetje Gutter: ‘Die slogan komt enerzijds voort uit het feit dat we, met onze 7 winkels en meerdere verkooppunten in de regio, stevig geworteld zijn in het Waterlandse, maar komt ook doordat we diverse samenwerkingen in de regio hebben, die onder andere leiden tot ambachtelijke lekkernijen.’
Lokaal
Eén van die samenwerkingen ontstond anderhalf jaar geleden: ‘Voor een bakker is het belangrijk zich te onderscheiden in smaak. Die smaak is vele malen beter als er met verse producten gewerkt wordt. Daarom waren we voor onze appeltaart en appelflappen op zoek naar een lokale appelteler en zo kwamen we uit bij Dirk en Vera van Berge van fruitteeltbedrijf Eerlijk & Heerlijk in de Beemster. Zij hebben niet alleen een heerlijk appeltje voor onze taarten en flappen, ze bieden ook voldoende volume aan om ons gedurende een groot deel van het jaar van een vers product te voorzien. Maar: het blijft wel een seizoensproduct, net als onze aardbeienslof. Op een gegeven moment moeten we nee verkopen.’
Sociaal
De appels uit de Beemster wordt op maandag opgehaald, waarna ze op dinsdag door cliënten van Stichting Philadelphia in het Weeshuis in Monnickendam worden verwerkt. Greetje: ‘Ook dit is een samenwerking die de afgelopen jaren gegroeid is. De medewerkers van de stichting schillen voor ons de appels en ontdoen ze van het klokhuis. Werk dat binnen hun vermogen ligt, waarin zij veel voldoening vinden en waardoor ze bij de maatschappij betrokken worden. Met de inkomsten uit deze werkzaamheden kan de stichting weer andere plannen voor haar cliënten verwezenlijken. En zo snijdt het mes aan twee kanten.’
‘De smaak is vele malen beter als er met verse producten gewerkt wordt’
Puur
Doordat de geschilde appels vanuit het Weeshuis direct in de bakkerij verwerkt worden, komen er geen toevoegingen aan te pas om de houdbaarheid te verlengen: ‘Dat zorgt ervoor dat je écht het verschil proeft tussen een appeltaart uit onze bakkerij en eentje uit de supermarkt. We verwerken de beste, verse appels, gebruiken ook meer appel per product en voegen echte roomboter toe. Dat maakt het verschil in prijs ook veel beter verklaarbaar. Onze appeltaart is dan wel duurder, maar zeker ook het allerlekkerst!’
Ambachtelijk
Steeds vaker zien we in het nieuws dat er gesjoemeld wordt met de ingrediënten van producten die bij multinationals vandaan komen. Greetje: ‘Dat is bij ons ondenkbaar. Onze producten zijn veel puurder en we weten exact wat de bestanddelen zijn. De aardbeien op onze aardbeiensloffen? Die komen 100% uit Nederland en worden geleverd door Leek Groente & Fruit uit Volendam. De gehakt in onze saucijzenbroodjes? Wordt elke woensdag vers voor ons gemaakt en direct gebracht door Monnickendammer Rob van Kerkwijk van Keurslager Nieuw Sloten. De ham in onze ham-kaascroissants? Komt van de mannen uit Zunderdorp van slagerij Bon. De kaas voor onze kaasbroodjes komt uit de Beemster en wordt ook door stichting Philadelphia voor ons geraspt en het koren van ons molenbrood komt uit Zeeland en wordt door molen ‘De Krijgsman’ in Oosterblokker voor ons gemalen. En zo kan ik nog wel even doorgaan… Voor ons geldt: wat je van dichtbij haalt is lekkerder. Dat échte ambacht is juist waar een speciaalzaak zich altijd in kan blijven onderscheiden.’
Duurzaam
Bijkomend voordeel van deze samenwerkingen is dat het op meerdere vlakken duurzaam is: ‘Het scheelt enorm veel brandstof dat onze ingrediënten niet uit een ver land hoeven te komen, maar het zorgt ook voor redelijk structureel werk voor de medewerkers van Philadelphia. Daarnaast maken diezelfde medewerkers ook stoffen broodzakken voor ons, die we in de winkel verkopen. Het zorgt ervoor, al is het een druppel op de gloeiende plaat, dat we minder plastic broodzakken gebruiken. Het nadeel van onze producten is dat het altijd vers moet zijn. De volgende dag zijn ze waardeloos. We gooien zo min mogelijk weg; producten gaan deels naar de voedselbank en deels naar boeren als veevoer. Die bewustwording proberen we ook bij onze klant te creëren. Die wil niet dat er veel verspild wordt, maar verwacht wel dat zijn brood om half zes nog voorradig is.’
