Van je 4de tot je 67ste naar school? Een leraar kan dat! De onderwijscarrière begint als kleuter die naar school gaat om te leren en na het behalen van de lesbevoegdheid gaat de nieuwbakken leraar naar school om te werken. Naarmate de leraar langer in het onderwijs werkt, krijgt hij ook andere taken naast het lesgeven, zoals het decanaat, het coördineren van steunlessen of het coachen van collega’s. Voor de uitvoering van deze taken zijn bepaalde competenties vereist en dus volgt de leraar een cursus om zich deze eigen te maken: wéér naar school dus! ‘Deskundigheidsbevordering’ noemt de cao dit en tien procent van de aanstelling van een leraar wordt hiervoor gereserveerd. Maar dekken al die trainingen, cursussen en leergangen het brede spectrum van wat we onze leerlingen mee willen geven? ‘Nee’ is het eenvoudige antwoord. Hoewel leraren blijven leren en steeds beter worden in wat ze doen, zijn er ook competenties en attitudes die je als school naar binnen haalt, omdat je die als leraar simpelweg niet op een cursus op dinsdagmiddag kunt aanleren. Ondernemersvaardigheden zijn daar een voorbeeld van.
Sinds een aantal jaar is het Bernard Nieuwentijt College lid van Ondernemend Waterland. Voor mij als directeur is dat buitengewoon leerzaam: ik ben namelijk ook als kleuter het onderwijsland ingestapt en zit nog steeds op school! Dankzij de gesprekken met leden van Ondernemend Waterland, maar ook vooral dankzij de bedrijfsbezoeken die ik als jurylid van de Ondernemersprijs heb mogen doen, heb ik ontzettend veel geleerd over diverse branches én over ondernemerschap.
Wat altijd opvalt is de enorme betrokkenheid van de ondernemers bij het bedrijf, de medewerkers en de omgeving. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ondernemers, ieder jaar weer, graag bereid zijn leerlingen te vertellen over hun bedrijf en over hoe het is om ondernemer te zijn. Ook is er voor iedere derdeklasser een stageplek voor de beroepenstage te vinden en kunnen bedrijfsbezoeken worden afgelegd. Niet verwonderlijk, maar wel bijzonder en erg belangrijk voor onze leerlingen.
Daarbij komt dat de een deel van de banen van nu in de toekomst niet meer bestaat. De jongeren van nu moeten langer werken dan hun ouders en een groter deel van deze leerlingen gaat niet in loondienst, maar wordt zelfstandig. De leraar weet dat hij in het onderwijs zijn pensioen kan halen. De ondernemer kent de cycli van zijn bedrijf en weet hoeveel er omgezet moet worden om het personeel deze maand, maar ook de daaropvolgende maanden, uit te kunnen betalen. Dat is een compleet ander perspectief dat invloed heeft op de competenties die je ontwikkelt.
In de presentaties of bij een bedrijfsbezoek leren de leerlingen dan ook over het onderhouden van netwerken, het belang van creativiteit en doorzettingsvermogen, vanuit het perspectief van een bevlogen ondernemer. Voor ons als school is dat een welkome en nodige aanvulling op ons curriculum. En voor de leraar? Die let net als de leerlingen goed op tijdens de presentaties en werkt zo aan zijn deskundigheidsbevordering!
Raymond Weijgertse
Directeur Bernard Nieuwentijt College
