Op jonge leeftijd had Niels Huber al een duidelijk doel voor ogen: hij wilde op de hoogste stoel van familiebedrijf Boon Edam, groot geworden met draaideuren, plaatsnemen. Eerder dan verwacht gebeurde dat in 2002. En hoewel hij toen niet kon bevroeden wat die positie precies inhield, weet de trotse ondernemer nu als geen ander wat het ondernemerschap betekent.
De keus om in het bedrijf te stappen was voor Niels een logische. ‘Bij ons thuis was het altijd Boon Edam voor en Boon Edam na. Als mijn vader thuis kwam, ging het altijd over het werk. Dan kunnen er twee dingen gebeuren: of je raakt ermee besmet of je wilt er nooit meer iets mee te maken hebben. Mijn zus en ik raakten beiden besmet. We wilden samen verder. Dat we enthousiast werden, komt ook door de manier waarop mijn ouders met het bedrijf omgingen en hoe zij ons enthousiasmeerden door op een positieve manier over het ondernemerschap te praten. Eenmaal besmet was het voor mij duidelijk dat ik dan wel de hoogste stoel in Boon Edam wilde hebben. Niet omdat ik graag de baas wil spelen, maar wel omdat ik graag invloed wil hebben op de uitkomsten en daar zelf verantwoordelijk voor wil zijn. Ik houd er niet van om dingen uit te voeren die voor me zijn uitgestippeld en waar ik zelf weinig creativiteit in kwijt kan of vrijheid in heb. Ik zoek graag de kansen op die er zijn. Dat gaat niet altijd goed, maar dat is dan jammer. Dan moet ik zelf op de blaren zitten.’
Eigen weg
Zijn ouders hebben hem nooit gepusht. ‘Ik kwam van jongs af aan in het bedrijf, maakte dingen mee, ontmoette mensen en deed wel eens wat werkzaamheden, van auto’s wassen tot houtkachels schoonmaken. Dat ging heel natuurlijk en ik kreeg daar van mijn ouders alle vrijheid in. Mijn zus had een meer uitgesproken mening en van haar was bekend dat zij in het bedrijf verder wilde. Ik was meer timide, mensen waren verrast dat ik die ambities ook had. Ik ben opgegroeid in de Noord-Hollandse polder en heb die typerende mentaliteit van mouwen opstropen en gaan. Ik ben altijd meer een doener geweest dan iemand die de conceptuele lijnen uitzet en delegeert, hoewel dat tegenwoordig juist is wat mijn functie inhoudt: praten, uitleggen, bedenken, discussiëren en daarmee weer verder komen. Ik mag graag met mensen werken die kennis hebben over de materie waar ze het over hebben. Die niet alleen de theorie, maar ook de praktijk kennen. Het is niet alleen maar praten, maar ook poetsen.’
‘Ik treed niet graag op de voorgrond, maar het is goed voor Koninklijke Boon Edam om die publiciteit wél op te zoeken’
Overname
Die overname verliep allesbehalve volgens plan. Zijn zus overleed en zijn vader werd ziek. ‘Ik heb na het overlijden van mijn zus wel vrij snel naar mijn ouders uitgesproken dat ik het plan graag door wilde zetten. Dat kon niet meer met haar, maar ik wilde die droom wel graag verwezenlijken. Natuurlijk heb ik getwijfeld, maar ik twijfel regelmatig. Ook nu nog. Op zich is twijfel en onzekerheid ook goed, zolang je er niet in doorschiet. Het ergste dat je kan overkomen is dat je zo arrogant bent dat je denkt dat je de wijsheid in pacht hebt.
Toen ik bedacht dat ik de hoogste stoel bij Boon Edam wilde hebben, kon ik niet voorzien dat ik daarvoor een halve jurist en een halve fiscalist moest zijn, dat ik kennis moest hebben van internationaal ondernemen en dat ik me moest verdiepen in mensen en hun cultuur. Ik had vroeger helemaal geen zin in school, maar gaandeweg mijn carrière in het bedrijf ben ik wel de schoolbanken ingegaan om gericht dingen te leren en inhoud te krijgen. Het was me wel duidelijk dat ik me niet in alle facetten kon bekwamen. Sec gezien weet ik dus van alle disciplines een beetje, maar je kunt ook zeggen dat ik van alles nét niets weet. Om sturing te geven aan het bedrijf moet ik mensen inzetten die deze kennis op specifieke gebieden wel volledig in huis hebben. Die er meer verstand van hebben dan ik. Anders wordt het bedrijf niet beter en ben ik het plafond van het bedrijf. Het is mijn taak om de verbindingen te leggen, om die mensen met elkaar te laten samenwerken. Ik ben de olie in de machine.’
‘Ondernemen draait om innovatie’
Dat hij vooraf niet kon overzien waar hij aan begon, is volgens Niels ook goed. ‘Ik wist niet welke uitdagingen ik op mijn pad kon krijgen. Ik ben het gewoon vol vertrouwen gaan doen. Dan val je wel eens, maar de kunst is om altijd weer op te staan. Als je teveel valt, gaat er iets niet goed, maar als je niet valt, dan zoek je ook nooit de uitdaging op. Je moet niet opgeven, maar wel op blijven letten. De koers wijzigen als dat nodig is, maar wel volharden. Ik begrijp ook nooit dat mensen zeggen dat het ondernemen ‘wel leuk moet zijn’. Dat is een illusie. Ook de minder leuke dingen horen er nu eenmaal bij, die moeten ook gebeuren. Als iets op mijn bureau komt, betekent het vaak dat niemand anders het op kan lossen. Dus dan moet ik het zelf doen.’ De stijl van leidinggeven van Niels is vooral mensgericht. ‘Ik wil mensen motiveren en stimuleren om het beste uit zichzelf te halen. Ik geef graag richting, maar geef ook veel vrijheid om op een eigen manier dat doel te bereiken. Als het doel niet in zicht komt of als de uitkomst anders is dan verwacht, dan gaan we daar samen over in gesprek. Mensen kunnen veel meer dan ze denken. Ook met onze Boon Edam University proberen we het beste uit onze mensen te halen. We bieden ze kansen om te groeien in hun functie en om door te groeien naar andere functies. In de afgelopen 25 jaar is ons bedrijf enorm gegroeid, met inmiddels meer dan 1300 mensen die in 20 landen voor ons werken. Daar ben ik ontzettend trots op.’
‘Het ergste dat je kan over-komen is dat je zo arrogant bent dat je denkt dat je de wijsheid in pacht hebt’
Toekomst
Hoewel er niemand beter het verhaal van Boon Edam kan vertellen dan Niels zelf, hoeft de publiciteit voor hem niet. ‘Ik treed niet graag op de voorgrond. Maar het is goed voor het bedrijf om die publiciteit wel op te zoeken. Dat helpt ons verder. En hoe belangrijker Koninklijke Boon Edam is, hoe meer we kunnen ontwikkelen en hoe meer we kunnen betekenen. Ondernemen draait om innovatie. Onze focus ligt op Product Leadership. Als je kijkt naar de plek in gebouwen waar onze producten zich bevinden, bij ingangen en doorgangen, dan gaat daar de komende jaren behoorlijk wat veranderen. Internet Of Things, simpelweg onze fysieke toegangsmogelijkheden via internet verbinden om data te verzamelen en gegevens uit te wisselen, wordt steeds belangrijker. Dat is in een stroomversnelling geraakt door Covid-19 en heeft alles te maken met slimme toegangssystemen die we in samenwerking met grote spelers in de markt ontwikkelen. Dat biedt ons de komende jaren weer nieuwe uitdagingen.’
