Roy Ronda (53) en Barry Bierman (44) runnen sinds 1 januari 2012 samen een bedrijf dat de naam Ronda + Bierman Printmanagement draagt. Het kantoor van de vrolijke heren bevindt zich in hartje Purmerend, op steenworp afstand van de Koemarkt. ‘Mét kennis zonder sores’ is de slagzin van het tweetal. En dat is niet voor niks.
Een jaar nadat Roy en Barry elkaar voor de eerste keer op de golfbaan tegenkwamen, startten ze hun bedrijf. ‘We bleken in dezelfde hoek te werken, maar toen nog allebei in loondienst’, zegt Barry. ‘Het vertrouwen was er en toen zijn we gewoon aan de slag gegaan. Sindsdien verzorgen we voor veel bedrijven de drukwerkinkopen. We bedenken de uitingen, zorgen dat deze worden gecreëerd en begeleiden de producties. Denk bijvoorbeeld aan een jaarverslag in boekvorm, maar dan wel volledig CO2-neutraal. Of een fotoboek met een bepaalde afwerkwijze. Maar ook speciale brochures, nieuwsbrieven of kookboeken. Uiteindelijk ontvangen de klanten het product, dat helemaal naar wens is, zorgeloos op de mat.’
De kwaliteit bewaken
‘We staan voor kwaliteit’, vertelt Roy. ‘Op het moment dat de machine gaat draaien, zijn wij erbij. We doen altijd zelf de controle, ook al is dat midden in de nacht. We willen zeker weten dat het goed gaat. Daarom schakelen bedrijven ons in, want we bewaken de kwaliteit. Wij zoeken klanten, maar zij ons daarom ook. Dat is heel leuk om te zien. We hebben weleens meegemaakt dat klanten zijn weggegaan en later weer terugkwamen. Dat is ongeveer het grootste compliment dat je kunt krijgen.’
De twee merken dat de vakkennis wegebt uit de markt. ‘Dat is juist waar wij sterk in zijn’, zegt Barry. ‘Door onze persoonlijke begeleiding weten wij ons te onderscheiden. Het lukt dan ook altijd om nieuwe klanten te vinden. Via via, maar eveneens doordat we allebei actief netwerken. Misschien heeft het ook te maken met onze uitstraling. Ons doel is om lekker te werken en plezier te hebben. Wij willen op een leuke manier, binnen de vrijheid van het speelveld die we hebben, ons werk doen. We hopen dat mensen ons kennen als twee leuke en eerlijke gasten.’
Barry: ‘Door onze persoonlijke begeleiding weten wij ons te onderscheiden’
Op zoek naar uitdagingen
Roy is de meer creatieve van het stel en Barry de projectmatige. ‘We hebben een heel duidelijke taakverdeling’, vertelt Roy. ‘Bijvoorbeeld wat de facturatie en bankzaken betreft hebben we een strakke discipline. De grafische industrie is niet de meest makkelijke, maar we weten ons prima te redden in deze gekke wereld. Daarom bestaan we ook al bijna acht jaar. We zijn zeer breed onderlegd binnen ons vakgebied en hebben veel kennis die tevens de diepte ingaat. Deze weten we altijd goed in te zetten als klanten met bijzondere vraagstukken komen. We zijn dan ook altijd op zoek naar uitdagingen en complexiteit.’
Barry: ‘We zijn in een heel lastige tijd gestart. Toch merken we dat we ons, zowel in een slechte als florerende economie, prima overeind houden. Dat komt omdat we precies weten waar we het moeten halen. Ook nu het beter gaat zijn we interessant, want we kennen precies de extra luxe toepassingsgebieden. De wereld om ons heen is niet echt veranderd, maar wij wel.’
Trots op klantenportfolio
‘We hebben zowel kleine als grote opdrachtgevers’, zegt Barry. ‘We werken bijvoorbeeld voor de Hartstichting, American Express en diverse gerenommeerde reclamebureaus, maar ook wat restaurants op de Koemarkt weten ons te vinden. We zijn er trots op dat we een klein bedrijf zijn op een bovenverdieping in Purmerend en dat we een mooi en gevarieerd klantenportfolio hebben’, voegt Roy daaraan toe.
Transparant en eerlijk
Roy: ‘We zijn heel transparant en eerlijk. We zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen. Ik denk dat mensen dat fijn vinden. We willen écht helpen. Als iets niet mogelijk is, zeggen we het ook. De klant is koning en wij zorgen dat het pad waar hij of zij over loopt geplaveid is.’
De slogan van het printmanagementbedrijf is ‘mét kennis zonder sores’. Barry: ‘Wij hebben de kennis en we willen dat de klant geen sores heeft. Wij ontzorgen. Uiteindelijk zijn we toch twee Amsterdamse jongens, dus vandaar het laatste woord in de slagzin.’
