Binnen afzienbare tijd verhuist Joost Vrolijk met zijn gezin terug naar het boerenerf waar hij is opgegroeid. Sinds eind 2022 heeft hij het agrarische familiebedrijf officieel overgenomen van zijn ouders.
Samen met zijn broer en twee zussen groeide hij op de Klaverhoeve aan het Oosteinde in Oosthuizen op, maar van alle kinderen was hij de enige die interesse had in het boerenbedrijf dat zijn ouders hier hebben opgebouwd. Joost: ‘Voor de overname afgelopen jaar zat ik al tien jaar met mijn ouders in een maatschap. Zo groeide ik in het bedrijf en nam ik langzamerhand steeds meer taken over. Een jaar of drie geleden heb ik aangegeven dat ik het wel zag zitten om het bedrijf over te nemen en toen begon het traject van rekenen en regelen. Wat willen mijn ouders? En wat wil ik en mijn gezin? Maar ook: wat willen de bank en de overheid? Het was een spannende periode.’
Joost: ‘De afgelopen jaren hebben we ernaartoe gewerkt dat ik mijn werk als veearts kan combineren met het boerenbedrijf’
Werkzaamheden
In de afgelopen jaren hebben Joost en zijn vader Jan het bedrijf omgevormd. ‘Na mijn studie tot dierenarts ben ik als veearts gaan werken, maar ook gelijktijdig in het bedrijf gestapt. Het was toen nog onduidelijk of de werkzaamheden met elkaar te verenigen waren. De afgelopen jaren hebben we daar samen naartoe gewerkt, zodat ik nog steeds een halve week als veearts kan blijven werken in de toekomst, want ook dat geeft veel voldoening. Bij een melkveebedrijf is dat lastig, maar bij een bedrijf als het onze, waar we de koeien voor het vlees hebben, kan dat wel. Er zijn wel veel werkzaamheden, maar dat hoeft niet op gezette tijden. Op die manier kan ik mijn dagen flexibeler indelen. De combinatie van beide beroepen werkt goed. Ik kom hierdoor bij andere boerenbedrijven en zie hoe het er daar aan toe gaat en boeren vinden het ook weer interessant om mijn verhaal te horen. Die wisselwerking is leuk.’
Blaarkopkoeien
De circa 140 koeien in het biologische vleesveebedrijf worden als jonge stieren gekocht. ‘Wij hebben uitsluitend Blaarkopkoeien. Het is een oud Hollands ras met gunstige eigenschappen. We werken samen met biologische melkveebedrijven en kopen daar de stierkalfjes die zij niet kunnen gebruiken. Die groeien hier vervolgens in circa drie jaar op biologische wijze op in de kringloop van de Klaverhoeve, waar we het land bemesten met eigen mest en de koeien uitsluitend gras eten van ons eigen weiland. Als ze klaar zijn voor de slacht bieden we ze online aan op Grutto.com en kunnen er vleespakketten worden gekocht. Als de hele koe op die manier verkocht is, wordt deze pas geslacht en in pakketten verzonden naar de klanten. Zo kunnen consumenten bewust kiezen voor vlees van onze koeien.’
Jan: ‘Ik ben in 1992 als een van de eerste boeren volledig biologisch geworden’
Joost heeft vleesvee, maar ook natuurbeheer is een belangrijke tak van sport. Daarnaast maken zij hun eigen compost. Zo zijn ze volledig zelfvoorzienend. ‘Voor dat natuurbeheer krijgen wij subsidie. We kunnen hiervoor kiezen uit verschillende pakketten, waarbij we voor zes jaar afspraken maken over het landbeheer. Dat noemen we ook wel mozaïekbeheer. We zetten een stukje land onder water, een ander stuk maaien we later en op weer een ander deel laten we de koeien lopen om het pleksgewijs af te grazen. Zo krijg je verschil in het landschap en dat is aantrekkelijk voor weidevogels, want ze kunnen er broeden en er is voldoende voedsel, doordat de koeien en de mest insecten aantrekken.’
Joost gaat verder op de weg die zijn ouders Jan en Annette zijn ingeslagen.
Jan: ‘Ik ben in 1992 als een van de eerste boeren volledig biologisch geworden. Toen was er al een mestprobleem en het diervriendelijker en milieuvriendelijker boeren sprak ons erg aan. In de begintijd was het erg pionieren. Zo stapten we over van kunstmest op onze eigen vaste mest. Dan gaat er een paar jaar overheen voordat het bodemleven gestimuleerd is. Dat bodemleven bepaalt de gezondheid van het gras en dus ook van onze koeien. Die investering moet je wel willen doen, maar werpt daarna ook zijn vruchten af, bijvoorbeeld in hele droge tijden.’
Joost besluit: ‘Er is in al die jaren al veel veranderd en ook de komende tijd zal er wat moeten gebeuren als je kijkt naar de stikstofproblematiek, maar verandering en innovatie op agrarisch gebied horen nu eenmaal bij het ondernemerschap.’
